
"Foto van Puia ophangen? Dat kan ik niet aan"
HLN
5 oktober 2018: een appartement op de Napoleonkaai in Luik. Hier woont Dinu Carpaciu (46), de vader van Puia, de man die zijn zoon achterliet bij zijn familie in Antwerpen en met zijn nieuwe vrouw naar de Verenigde Staten trok. Iedereen had ten tijde van de moord kritiek op hem. Wie dumpt zijn kind nu in een vreemd land? Voor het eerst in bijna 20 jaar reageert hij.
​
De moord op Puia Marinescu. We schrijven 20 juli 1999. Een schrijnend verhaal dat recht uit de pen van schrijver Charles Dickens lijkt te vloeien. De zigeunerjongen die in Antwerpen al bedelend aan eten komt, die op een verkeerd iemand botst en gruwelijk wordt vermoord. Een visser vindt zijn verminkte lichaam in een sporttas, drijvend in het Lobroekdok. Het lichaam mist een arm en een been. Ook de geslachtsdelen van de jongen zijn afgesneden.
Wekenlang lopen de kranten over van verontwaardiging. Welke maatschappij levert arme zigeunerjongens over aan pedofiele maniakken? De gerechtelijke politie draait overuren. In de sporttas waarin het lijkje van Puia steekt, zitten menselijke haren, waarschijnlijk schaamhaar van de dader. Er komt geen enkele verdachte in beeld.
De moordbrigade van de gerechtelijke politie trekt met het dossier-Puia naar een congres over 'rituele moorden'. Onder meer in Groot-Brittannië zijn kinderen vermoord en geofferd tijdens voodoo-achtige rituelen. Het brengt de speurders geen stap dichter bij de moordenaar van Puia.
Verhuisd naar VS
"Onze familie is afkomstig uit Roemenië", doet vader Dinu Carpaciu zijn verhaal. "Mijn grootvader was nog een echte zigeuner. Na de val van het IJzeren Gordijn, zijn wij in 1994 naar Duitsland geëmigreerd. Daar is Puia geboren. Door een administratieve vergissing draagt hij de familienaam Marinescu van mijn stiefvader. Kort na zijn geboorte is zijn moeder teruggekeerd naar Roemenië. Ik heb nooit meer iets van haar gehoord. Ik leerde een nieuwe vrouw kennen en samen zijn we naar de Verenigde Staten vertrokken om daar de kost te verdienen. Puia bleef bij mijn moeder. Mijn tweede vrouw zag het niet zitten om Puia in Amerika op te voeden."
"Van Duitsland is onze familie in 1999 naar Brussel gekomen en daarna naar Antwerpen verhuisd. Mijn moeder zorgde altijd voor Puia. Tot mijn broer in Roemenië ernstig ziek wordt en mijn moeder naar ginder reist om hem te verzorgen. Zij heeft Puia achtergelaten bij mijn zuster Sincuza. Enkele maanden later wordt Puia ontvoerd en vermoord."
Wanneer vader Dinu Carpaciu in de States het overlijden van zijn zoon verneemt, pakt hij zijn koffers en vertrekt terug naar Roemenië. Daar komt de politie hem op vraag van het Antwerpse gerecht ondervragen.
"Ik kon België niet binnen want ik had geen visum", gaat Carpaciu voort. "De politie wilde er mij geen geven voor de repatriëring van het lichaam. Bij de ondervraging kwam ik amper iets te weten over wat er met Puia was gebeurd. Hij was vermoord en zijn lichaam was gevonden. Daar moest ik het mee doen. Er werd met geen woord gerept over de verminking en het seksuele misbruik."
Stoffelijk overschot
"Zeven maanden later heb ik mijn huis in Roemenië verkocht en ben via een smokkelroute naar België gekomen. Ik heb Roemeense agenten en smokkelaars omgekocht om over de grens te geraken. Ik heb in Brussel een appartement gehuurd. Dan heb ik de deur van de politie plat gelopen om het stoffelijke overschot van Puia te mogen ophalen. "Wij zijn ermee bezig", was het standaardantwoord bij de politie.
Eén keer ben ik naar het Schoonselhof geweest waar Puia lag begraven. Toen zijn graf na een concessie van tien jaar werd opgeruimd, heeft niemand mij verwittigd. Terwijl ik al heel mijn leven hetzelfde gsm-nummer heb."
Vader Dinu is diep teleurgesteld in het opsporingswerk van de politie. Hij heeft het gevoel dat het dossier Puia niet zo belangrijk was. Hij was toch maar een bedelende zigeunerjongen
Gebrek aan communicatie
"Na de commotie in dat eerste jaar deed de politie niets meer. Ik woonde toen in Lier en werkte in de tomatenteelt. Met mijn spaargeld heb ik opsporingsberichten in 3 of 4 talen gekopieerd en die opgehangen in Antwerpen. Wanneer ik aan zo'n affichetocht bezig was, keek ik om mij heen. Dan zag ik iemand lopen en dacht "Dat is hem." Zomaar ineens, dat moet de moordenaar van Puia zijn. Maar wat kon ik doen? Niets natuurlijk. De zoektocht was zo slopend dat ik er uiteindelijk een hartaanval aan heb overgehouden.
Advocate Nino Darsalia heeft op vraag van vader Dinu Carpaciu het moorddossier over Puia opnieuw doorgenomen.
Nino Darsalia: "De moordbrigade heeft echt wel elk spoor onderzocht. Zelfs in 2015 is opnieuw DNA-onderzoek uitgevoerd op de haartjes die in de sporttas zijn gevonden. Ook toen heeft dat geen spoor naar de dader opgeleverd. De vader is begrijpelijk teleurgesteld maar dat is vooral te wijten aan het gebrek aan communicatie in het begin van het onderzoek. Vandaag de dag worden slachtoffers veel beter geïnformeerd over de gang van een gerechtelijk onderzoek. Ik zoek uit of meneer Carpaciu in aanmerking komt voor een uitkering van het Fonds voor Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden. Alleen al de symbolische erkenning als slachtoffer is voor hem belangrijk."
Dinu is jaren geleden hertrouwd en heeft met zijn huidige vrouw twee kinderen. "Dat zijn mijn kinderen, niet die van hem. Zijn zoon is dood", zegt de vrouw staalhard tijdens ons gesprek. Vader Dinu negeert de opmerking.
"Na bijna twintig jaar zit ik nog altijd met een schuldgevoel", zegt Dinu. "Waarom heb ik Puia achtergelaten bij mijn familie? Maar in die tijd was dat normaal in onze gemeenschap. Wij waren met een gezin van elf broers en zussen. Wij voelden ons verantwoordelijk voor alle kinderen. Had iemand problemen, dan vingen wij zijn kinderen op. Nooit zou iemand zeggen: "Wij trekken het ons niet aan."
Het contact met mijn zuster Sinduca (bij wie Puia in Antwerpen woonde toen hij verdween, red.) is verwaterd. Een goeiedag, meer zeggen wij niet meer tegen elkaar. Natuurlijk verwijt ik haar dat zij niet voldoende op Puia heeft gepast. Net zoals ik mezelf verwijt dat ik Puia niet heb meegenomen naar de States. Want Puia was helemaal geen lastig kind. Hij was rustig, zei nooit veel en als hij iets zei, had hij daarover goed nagedacht.
Ook mijn moeder weent nog vaak om Puia. Heeft zij hem in de steek gelaten door voor mijn zieke broer te gaan zorgen in Roemenië?"
"Hier in huis zie je geen foto van Puia. Ik kan dat niet aan. Ik zou zo graag nog eens naar zijn graf gaan. Of de weinige resten die er nog zijn, opgraven en meenemen om ze in Roemenië een ereplaats te geven. Helaas is me dat nooit gegund."